Gouden weken

15 september 2025
De eerste weken van het schooljaar geef ik geen lessen. Geen kennisoverdracht. Geen taallessen. Geen rekenlessen.
Ik lees het stuk een tweede keer. Het staat er echt. Een post van een collega in het land. Het is niet de eerste keer dat ik zoiets lees of hoor. De focus ligt bij deze leraren in de eerste weken enkel op groepsvorming en het aanleren van regels en routines.

Mijn groep 7 en ik zijn nu vier weken met elkaar onderweg in het nieuwe schooljaar. Vanaf de eerste dag zijn we volle bak aan de slag.

Zo leerden mijn leerlingen met elkaar hoe een breuk vereenvoudigd moet worden en hoe verraderlijk zwakke werkwoorden als ‘bonzen’ en ‘streven’ zijn, als je ze vervoegt. Ze leerden dat ze netter in hun schriften konden werken dan ze dachten en we herhaalden het cijferend vermenigvuldigen. Maar bovenal lazen we samen de prachtigste verhalen binnen ons thema. We leerden over de moedernegotie (zoek straks maar even op, indien u die niet meer helemaal scherp heeft), over de VOC, de WIC en Jan Pieterszoon Coen en we voerden diepgaande gesprekken over de betekenis van zijn standbeeld in Hoorn.

Tussen die prachtige, kennisrijke lessen door was er ruimte voor het aanleren en herhalen van ritmes en routines. Er was tijd voor gesprekken over hoe we samen zorgen voor een goede sfeer om in te werken en te spelen.

En weet je wat het doet met een groep en de groepsvorming, als je samen leert, leest, schrijft, fouten mag maken, succes ervaart en gesprekken voert over onderwerpen als ‘de VOC-mentaliteit’ en ‘gestolen levens’?

Afgelopen vrijdag lazen we over koloniën, handelsposten en de routes van de VOC en WIC. Mijn leerlingen zochten met hun maatje vol overgave de genoemde plekken op de wereld terug in de tekst, om ze vervolgens in de atlas op te zoeken. Tot slot noteerden we alles op een wereldkaart. Wát een betrokkenheid en wát een werksfeer. Wát een vak.

Een tiende deel van het schooljaar ligt alweer achter ons. Ik denk aan de leraar van de social media-post. Tien procent van het schooljaar.

Als ik op vrijdagmiddag met mijn groep naar buiten loop, komt een van mijn leerlingen naast me lopen. “Gaan we vaker zulke kaarten tekenen, enzo? Dat is echt leuk!” Ik geef hem een knipoog. “Nou en of we dat gaan doen!” Met een enthousiaste “Siuuu!” springt hij als die Portugese voetballer de school uit. “Tot maandag, juf!”