Berenjacht

5 december 2019
De vloer van de klas is bezaaid met grote pakken in vuilniszak en met zorg versierde dozen. Ik neem een slok koffie. Buiten in de ochtendschemer zie ik de kinderen van mijn groep. Ik zie ze niet alleen, ik hoor ze ook. De opwinding en spanning voor vandaag schalt over het voetbalveldje en snijdt dwars door de dikke mist.
Die spanning was gisteren en eergisteren al volop merkbaar. Rekenwerk wat ineens niet lukte. Een vol hoofd. Gevuld met onrust voor de dag van vandaag. Een ogenschijnlijk klein probleem, in een kinderhoofd veranderd in een onoverzichtelijke, enorme beer op de weg. Schreeuwend om structuur. Kaders en duidelijkheid van mij nu belangrijker dan ooit. In korte gesprekjes jaag ik op beren, geef ik grenzen, creëer ik rust en overzicht. 
Ik doe de deur open en de kinderen komen binnen. Er wordt hier en daar nog een surprise bijgeschoven. Na de dagopening en een ‘in-stilte-werken-in-je-sintboekje-moment’ wordt de eerste surprise uitgepakt. Als ik de groep in kijk, ben ik op sommige momenten zo trots en geroerd door de zichtbare vrolijkheid en blijdschap, door het elkaar helpen, de complimenten die gegeven worden, door het groepsgevoel. Dit was de berenjacht van de dagen hiervoor meer dan waard. 
Aan het einde van de dag worden de tassen en surprises gepakt. Grote dozen richting de taxi’s. “Hé, juf, het was leuk hè, vandaag.” Ik probeer nog net een surprisecadeau tussen een broodtrommel in een tas te manoeuvreren. Ik kijk op in een stralend gezicht. Wat een vak heb ik. Het mooiste vak van de wereld.