(H)eerlijk

13 september 2020
Op de allereerste schooldag geef ik mijn groep mijn vertrouwen. Ik ga er van uit dat ieder kind in mijn klas het goed wil doen. Dat bespreek ik zo’n eerste dag met de groep. Ik geloof dat elk kind zich wil ontwikkelen, bij de groep wil aanhaken, wil luisteren, zijn best wil doen. Dat dat soms (nog) niet lukt, dat kan. Dan moet ik als juf gaan nadenken wat dat kind nodig heeft. Maar ik vertrouw erop dat de intentie om het goed te doen er is. Altijd.
En vanuit dat vertrouwen vraag ik kinderen eerlijk tegen me te zijn. Niet liegen dus. Logisch, denk je misschien. Eerlijk zijn duurt het langst. Echter, zo vanzelfsprekend is dat niet. Er zijn nog steeds veel kinderen voor wie het helemaal niets oplevert als je eerlijk bent. Sterker nog, je eerlijkheid kan je op sommige plekken, thuis of op straat, duur komen te staan. En dan kijk je wel uit.
Maar om een veilige en goede (werk)sfeer te creëren, pestgedrag in de kiem te kunnen smoren, autonomie te kunnen geven, een flinke ruzie te kunnen fiksen, is het wel verrekte belangrijk dat kinderen eerlijk tegen me durven te zijn. En omdat eerlijk zijn dus niet overal het langste duurt, laat ik steeds zien, dat ik wel de tijd heb.
“Heb jij haar stiften afgepakt?” Stilte. De rest van de groep kijkt gespannen op. “Eerlijk zeggen, je krijgt geen straf.” Ik zie een koppie dat een afweging maakt. Ogen die even wantrouwend kijken. Een mondhoek die trekt. Een zacht trillende neusvleugel. Om vervolgens zachtjes toe te geven dat de stiften inderdaad niet de zijne zijn.
“Ok.” Knipoog. Glimlach. “Fijn dat je eerlijk bent. Vraag je de volgende keer even of je ze mag gebruiken?”
Dan schouders die ontspannen. Zucht. Een lach. Andere kinderen die net iets relaxter in hun stoel lijken te zakken. Om vervolgens door te gaan met hun werk.
Ik zie vanaf een afstandje dat de stiften terug geschoven worden naar de rechtmatige eigenaar. Er wordt een hand gegeven. Een ‘sorry’ gemompeld. Wat een (h)eerlijk vak. Het mooiste vak van de wereld.