Lullen en poetsen

11 mei 2020
Kop koffie, leeg lokaal. Tafels uit elkaar. Dettol. Handgel. Klaar voor de start.
Buiten de eerste taxi’s. De kinderen lopen rustig het plein op. Opvallend rustig. Ze zijn gegroeid. Sommigen zoeken elkaar op. Anderen wachten op een afstandje. Een voor een roep ik ze binnen. Een welkom met handgel. Tas naast je tafel. Mijn aanwijzingen worden keurig opgevolgd. Een enkeling nog een beetje onwennig. Zo druppelt mijn groep binnen.
De start is vertrouwd gewoon. De kinderen beginnen zoals altijd met hun taak. Werken rustig totdat ik start met de dagopening. En na de mededelingen over hygiëne en looproutes, praten we met elkaar. Over de coronatijd, over fijne maar ook verdrietige dingen, over gamen. Tussendoor soms een grap of een praktische vraag. Ik houd ze aan de afspraken. Spreek mijn verwachtingen uit. Leg de lat hoog, op maat. Daar is niets aan veranderd. En dat geeft zichtbaar rust. Na het gesprek gaan we aan de slag. Rekenen, spelling, taal. En ook dat geeft zichtbaar rust. We zijn weer bij elkaar, op 1,5 meter. Nou ja, bijna altijd dan op die 1,5 meter. Als iemand zich vergist, helpen ze elkaar. Houden elkaar aan de afspraken. Werken samen. Mooi om te zien. En ook al is de situatie bijzonder, het is goed om er weer te zijn. Heb het gemist. Ik heb echt het mooiste vak van de wereld.