26 februari 2021
De vroege ochtendzon schijnt het lokaal binnen. Ik zak in mijn bureaustoel met een kop koffie. Met tegenzin open ik mijn laptop. Ik kijk de stille klas in. Tafels en stoelen die leeg blijven vandaag. Groep 8, waarvan ik sinds een tijdje de invaljuf ben, zit in quarantaine. Weer. Dus online les.
Mijn gedachten dwalen af. Naar die dag eerder deze week. De dag waarop de leerlingen horen dat ze in quarantaine moeten. Teleurstelling. Boosheid. Verdriet. ‘Is dit nou ons groep 8-jaar?’ Zorgen en angst. ‘Juf, wat dan als ik besmet ben?’ De moed die mijn collega en mij ook even in de schoenen zinkt.
Ik zucht en log in. Zet alles klaar voor de instructies. Rekenen, spelling, taal. Het voorleesboek binnen handbereik. Ik neem een slok koffie en ga online. Langzaam druppelen de kinderen digitaal binnen. Mijn humeur klaart op zodra ik mijn leerlingen zie. Ik start de dag, neem ‘de chat- en demp-etiquette’ met ze door en we gaan van start. En hoe. De leerlingen gaan ervoor en zijn betrokken. Ze helpen mij en elkaar. ‘Juf, we horen je niet, je staat nog gedempt’. Een leerling roept, ondanks de besproken etiquette, dat ‘ze eruit ligt.’ Een klasgenoot geeft instructies en loodst haar weer binnen.
In de pauze komen TikTok-dansjes voorbij. En meerdere honden. Of ouders die even helpen.
De dag sluit ik af met een stuk voorlezen. Ik kijk naar het scherm en zie dat mijn publiek, soms met open mond, ademloos luistert. Na een ochtend online, ben ik behoorlijk gaar. Maar ook zo trots op groep 8. Wat een f*cking mooi vak is het toch. Met afstand het mooiste vak van de wereld.