Ode aan de meester 2

17 april 2023
Ik kijk mijn klas in. Mijn leerlingen zijn ingespannen aan het werk. Hier en daar wordt zachtjes overlegd. Verhalen over stoomtreinen en de eerste fietsen worden in alle rust op papier gezet. De goede werksfeer is een contrast met hoe ze na de pauze binnen denderden. De ambiance in groep 5 was op zijn zachtst gezegd niet heel aangenaam. De kermis in de stad lijkt zo zijn invloed te hebben op de dynamiek tussen mijn leerlingen. Ik moest even flink aan de bak. Na wat goede gesprekken met een aantal kinderen, heldere afspraken en een lekkere, strakke rekenles, zijn we weer waar we wezen moeten. Maar deze goede flow is broos en dat gaat zeker nog sturing vragen vandaag. Dat voel ik aan alles.

Toen ik zelf de leeftijd van mijn leerlingen had, ontdekte ik de geweldige boeken van meesterverteller Jacques Vriens. Vooral zijn schoolverhalen verslond ik. Een lezer was geboren. In de boeken van Vriens sijpelt het vakmanschap van de leraar op onontkoombare wijze tussen de letters door. De rol van de leraar en de interactie tussen leraar en leerling krijgen een prachtig podium. Mijn onderwijsvuur werd ontstoken. Tot op de dag vandaag neem ik de lessen die ik leerde uit de verhalen van de oude schoolmeester mee naar mijn eigen klassen.

Ik sta voor steengoed lesgeven zonder poespas. De lat hoog en een rotsvast geloof en vertrouwen in mijn leerlingen. Leren in de groep, van en met elkaar. Rekenen en keihard oefenen, ruzies oplossen, samen de mooiste teksten lezen, toneelspelen, de beste gesprekken, spelling en zo meer. Ik ga voor rust en regelmaat. Soms noemt men mijn stijl ouderwets of traditioneel. En hoewel dat dan vaak niet zo bedoeld wordt, vat ik dat graag op als compliment.

Mijn onderwijsvuur brandt harder dan ooit. En zoals mijn vuur brandt, zo staat het onderwijs in lichterlaaie. Een allesverzengend lerarentekort in combinatie met bijzondere keuzes, hypes en de administratiegekte van de afgelopen jaren, maken dat ik mijn vak naar de kloten zie gaan.

Er worden allerlei ideeën de wereld in geslingerd over hoe het anders moet. Heel vaak door mensen die zelf allang niet meer voor de klas staan of zelfs nog nooit (ja, echt) voor de klas hebben gestaan. Over hoe er bijvoorbeeld anders georganiseerd moet worden. Over niet-bevoegden voor de klas. Over de leraar met coördinerende functies of als vakleerkracht.

Bij het merendeel van die oplossingen gaat men volledig voorbij aan het complexe, subtiele en prachtige ambacht van pedagogiek, didactiek en klassenmanagement: De leraar, die in de veiligheid van een klaslokaal zijn leerlingen in alle rust goed leert lezen, schrijven, rekenen en zorgt dat zij de wereld om zich heen begrijpen. De leraar die even bijstuurt na een lang weekend op de kermis en zorgt dat het klaslokaal een veilige, rustige en gezellige plek blijft waar geleerd wordt.

Mijn vak gaat naar de kloten. En daarmee een hele generatie kinderen.

Tot slot een dringend advies aan beleidsmakers, bestuurders, adviseurs en andere zijlijners: Ga klassen in (en dan niet een uurtje maar veel langer). Ga kijken, luisteren, praten, voelen en probeer het fijne vakmanschap van de leraar te ontrafelen. Praat niet over leraren maar praat met leraren. En lees eens een schoolverhaal van Jacques Vriens. Pas dan kun je het mooiste vak van de wereld misschien een beetje begrijpen en er wat zinnigs over zeggen.