15 juli 2023
In de zomerse bloedhitte van mijn lokaal heerst een weldadige rust. Terwijl ik zowat plof, lijkt mijn klas totaal geen last te hebben van de temperatuur. Ik vertel ze over farao’s, piramides die opdoemen in de woestijn en over de geheimzinnige hiërogliefen in het oude Egypte. Groep 5 hangt aan mijn lippen, probeert mijn vragen te beantwoorden en maakt aantekeningen. Ingespannen en vol aandacht. En terwijl ik naar mijn leerlingen kijk en luister, raakt de concentratie en betrokkenheid van mijn klas me.
In de ruim 21 jaar dat ik leraar ben, ben ik heel wat kinderen tegengekomen voor wie school écht het verschil kon maken. Heel veel kinderen in ons land, leven in een omgeving die niet altijd even veilig is, thuis of op straat. Voor heel veel kinderen in ons land zijn er dagen zonder ontbijt. Of dagen dat een warme jas of een knuffel van een ouder ontbreekt. Voor heel veel kinderen in ons land is een bezoek aan de bibliotheek of een museum niet vanzelfsprekend.
Als leraar heb je dus een gigantische pedagogische en didactische opdracht. Het maakt dat jouw klaslokaal de veilige plek moet zijn met rust en regelmaat. Het moet een plek zijn waar je ruzies leert oplossen. Een plek waar jij als leraar positieve en hoge verwachtingen hebt van jouw leerlingen en vertrouwen geeft. Op elk gebied. Het maakt dat jouw klaslokaal de plek moet zijn waar je leerling verhalen en boeken kan lezen die er misschien thuis niet zijn. Je klaslokaal moet de plek zijn waar je de wereld naar binnen haalt zodat al jouw leerlingen er kennis van kunnen nemen en er samen over kunnen leren.
Ik lees, luister, denk en praat veel over onderwijs. In gesprekken staan de pedagogische kant van mijn vak en de didactische en vakinhoudelijke kant soms lijnrecht tegenover elkaar. ‘Eerst relatie dan prestatie,’ klinkt het vaak. Of men zegt zonder blikken of blozen dat een leraar enkel nodig is voor het geven van instructie, daarna kan een ander de verwerking wel begeleiden. Door het zo zwart-wit te stellen, wordt voorbij gegaan aan het vakmanschap van de leraar én alle kleurschakeringen die het vak rijk is.
Elke dag weer ervaar ik dat een goede les waarin je kennis overbrengt, bol kan staan van de pedagogische winst. Een goede les, waarin kinderen kennis vergaren of vaardigheden ontwikkelen, is een middel om naast de mooie didactische ontwikkelingen, tot allerlei prachtige pedagogische en sociale-emotionele processen te komen in een groep. En al die ontwikkelingen gaan vaak verder na de les of ploppen gedurende de dag, verderop in de week of later in het jaar weer op. Als leraar bouw je daarop door of grijp je erop terug. Dat is het complexe, subtiele en prachtige ambacht van pedagogiek, didactiek, vakinhoud en klassenmanagement: Het vak van leraar.
Terwijl mijn klas verder werkt, voel ik de melancholie die bij het einde van het schooljaar hoort, opborrelen. Groep 5 werkte keihard dit jaar. Er werd gerekend, gelezen, gesproken, geschreven, gelachen, gehuild, geruzied en goedgemaakt. Er werd geleerd. Kinderen ervaarden dat ze meer konden dan ze dachten. Ik maakte als leraar, samen met mijn collega’s, voor mijn leerlingen het verschil. En precies daarom is het complexe vak van leraar zo verdomde belangrijk en zo machtig mooi.